De steun voor de opwekking van energie uit biogas en biomassa is niet beperkt tot de opwekking van hernieuwbare energie: Ook de productie van duurzaam gas en warmteopwekking is subsidiabel en kan voor exploitanten rendabel zijn.
Bij Next Kraftwerke richten we ons op het op de markt brengen van elektrische energie uit uw energieproductie en bieden daarnaast de marketing van balanceringsenergie uit biogas.
Voor de bepaling van de financieringsomvang van bio-energiecentrales is er binnen SDE+ onderscheid tussen het type energiesubstraat (biogas of biomassa) en het thermische en elektrische vermogen van de centrales.
Biomassacentrales in SDE+ vallen onder andere categorieën dan biogasinstallaties; zowel thermisch (MWth) als elektrisch vermogen (MWel) wordt gebruikt voor de indeling in categorieën.
Houtpelletinstallaties zoals genoemd in categorie vier en vijf kunnen niet worden geëxploiteerd met maximaal 15 procent houtpellets van A-hout (ongeverfd en onbehandeld hout), B-hout (geverfd, gelakt en verlijmd hout) en C-Hout (geïmpregneerd hout dat stoffen bevat, houtverduurzamingsmiddelen).
Volgens SDE+ is steun voor de productie van hernieuwbare energie in de vorm van elektriciteit, warmte en gas uit rioolwaterzuiveringsinstallaties en zuiveringsslib ook mogelijk. Gezien de grote technologische diversiteit in deze sector is er geen sprake van een speciale indeling. Nieuwe installaties hoeven slechts aan te tonen dat ze 25 procent meer biogas gebruiken voor energieopwekking dan voorheen. Op het moment van de aanvraag mogen de betrokken installaties nog niet in bedrijf zijn.
Rekenvoorbeeld SDE+ bijdrage – Verbranding van biomassa in een ketel ≥ 5 MWth met maximaal 5.000 vollasturen (warmtekracht) In het stoomsysteem is een bestaande tegendruk stoomturbine opgenomen met een generator van 3 MWe die op jaarbasis 4.000 vollasturen in bedrijf is
Maximum basisbedrag vanaf fase 1 | 6,0 €ct/kWh |
Voorlopig correctiebedrag 2018 | 1,7 €ct/kWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ 2018 bij aanvraag vanaf fase 1 voor 6,0 €ct/kWh | 6,0 – 1,7 = 4,3 €ct/kWh = 43 €/MWh |
Maximum aantal subsidiabele vollasturen | 5.000 |
Totaal nominaal vermogen | 30 MWth |
Maximale subsidiabele jaarproductie bij een installatie met een ketelvermogen van 30 MW | 30 * 5.000 = 150.000 MWh |
- De stoomturbine/generator produceert - De warmte wordt na de stoomturbine volledig benut - Totaal subsidiabele productie | 4000 * 3 = 12.000 MWh 138.000 MWh 150.000 MWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ in 2018 bij aanvraag vanaf fase 1 voor 6,0 €ct/kWh | 43 €/MWh * 150.000 MWh = € 6.450.000 |
Meer informatie
Rekenvoorbeeld SDE+ bijdrage – Mestvergisting van dierlijke mest, hernieuwbaar gas
Maximum fasebedrag fase 1 (vrije categorie) | 6,4 €ct/kWh |
Maximum basisbedrag vanaf fase 2 | 6,5 €ct/kWh |
Voorlopig correctiebedrag 2018 | 1,7 €ct/kWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ 2018 bij aanvraag in fase 1 voor 6,4 €ct/kWh | 6,4 – 1,7 = 4,7 €ct/kWh = 47 €/MWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ 2018 bij aanvraag vanaf fase 2 voor 6,5 €ct/kWh | 6,5 – 1,7 = 4,8 €ct/kWh = 48 €/MWh |
Maximum aantal subsidiabele vollasturen | 8.000 |
Maximale subsidiabele jaarproductie bij een installatie met een vermogen van 3 MW (dit is circa 306 Nm³/uur) | 3 * 8.000 = 24.000 MWh |
Voorlopige bijdrage SDE+ in 2018 bij aanvraag in fase 1 voor 6,4 €ct/kWh | 47 €/MWh * 24.000 MWh = € 1.128.000 |
Voorlopige bijdrage SDE+ in 2018 bij aanvraag vanaf fase 2 voor 6,5 €ct/kWh | 48 €/MWh * 24.000 MWh = € 1.152.000 |
Disclaimer: Next Kraftwerke neemt geen verantwoordelijkheid voor de volledigheid, nauwkeurigheid en actualiteit van de verstrekte informatie. Dit artikel dient uitsluitend ter informatie en is geen vervanging voor individueel juridisch advies.
Meer informatie en diensten