De collectieve intelligentie van gedecentraliseerde entiteiten
Virtuele energiecentrales vervullen min of meer dezelfde taak op de markt als een grote energiecentrale en kunnen op basis van hun geïnstalleerde vermogen de omvang van een of meer kerncentrales evenaren. Maar aangezien ze voornamelijk bestaan uit een vertakt netwerk van systemen voor de opwekking van hernieuwbare energie, is de vermogensoutput constant onderworpen aan fluctuaties. Als de zon bijvoorbeeld niet schijnt en/of er weinig wind waait, leveren windmolens en zonnepanelen minder stroom aan de virtuele centrale. Naast een theoretisch onbegrensd aantal producenten van stroom kunnen ook verbruikers van stroom, systemen voor elektriciteitsopslag en Power-to-X-oplossingen zoals Power-to-Gas (PtG) of Power-to-Heat (PtH) worden opgenomen in het netwerk.
Om de energiebalans te garanderen, is het essentieel om de energie binnen een virtuele energiecentrale op te wekken gebruik makende van allerlei bronnen. Door de kleine opslagcapaciteit kan namelijk maar zoveel elektriciteit op het net worden geplaatst als dat er op hetzelfde ogenblik verbruikt wordt, met een kleine marge. Naast instabiele energiebronnen zoals wind en zon, zijn regelbare energiebronnen zoals biogas- en waterkrachtcentrales (doorstroomcentrales en pompcentrales), maar ook flexibele stroomverbruikers, systemen voor elektriciteitsopslag en Power-to-X-centrales natuurlijk onmisbaar in de portefeuille van een virtuele energiecentrale. Al deze gecombineerde entiteiten kunnen fluctuaties in de stroomproductie als gevolg van windstilte of bewolking goedmaken, zowel in positieve als in negatieve richting.
Virtuele energiecentrales zorgen voor flexibiliteit op de energiemarkt
Dit snelle en veelzijdige compensatievermogen, ook wel als flexibiliteit gekend, is de troef van virtuele energiecentrales en hiermee differentiëren ze zich duidelijk van de grote, traditionele centrales. Aangezien ze zich snel kunnen aanpassen aan de voorradige hoeveelheid elektriciteit op het net, kunnen ze met hun gebundelde vermogen de elektriciteitsprijs op de markt optimaal volgen en op die manier hun opgewekte stroom erg efficiënt leveren. Elektriciteit is namelijk niet steeds hetzelfde waard: bij de intradayhandel op de elektriciteitsbeurs verandert de energieprijs 96 keer per dag, en prijsverschillen van twee tot drie cijfers (spreads) per megawattuur komen regelmatig voor.
Elektriciteit is niet altijd hetzelfde waard – en er is niet altijd evenveel elektriciteit beschikbaar
Grote energiecentrales, die gebouwd zijn voor een zeer constante energiebevoorrading met generatoren van enkele honderden megawatts, bereiken op het vlak van snelheid hun technische grenzen. Net als een omvangrijk containerschip moet een bruinkoolcentrale een lange ‘remweg’ afleggen voordat ze, bijvoorbeeld op de groei van windenergie als gevolg van een stormfront, kan inspelen door de output van de turbines te wijzigen. Om overbelasting te voorkomen, dienen in zo’n geval de klimaatneutrale windenergiecentrales te worden losgekoppeld van het net.
Een virtuele energiecentrale draagt daarentegen bij veel wind haar aangesloten biogas- en waterkrachtcentrales gewoon op om hun energieproductie te reduceren. Zodra er nadien opnieuw te weinig elektriciteit op het net is, verhoogt het stuursysteem de stroomproductie van de biogas- en waterkrachtcentrales wederom. Zo compenseert de virtuele energiecentrale eventuele fluctuaties real-time en rechtstreekts in de stroomproductie en wordt het openbare elektriciteitsnet niet verstoord. Het stuursysteem stuurt de opdracht voor het verhogen of verlagen van de energietoevoer met behulp van de in de installatie geïntegreerde IT-interfaces (API) of afstandsbedieningsunits.
Interfaces en netwerkverbindingen in de virtuele energiecentrale
De transfer van besturingsopdrachten en gegevens tussen het erg beveiligde, redundant ingerichte stuursysteem en de systemen gebeurt via speciaal beveiligde dataverbindingen met zogenaamde ‘tunnelling’. ‘Tunnelling’ betekent dat verbindingen de openbare communicatie-infrastructuur kunnen benutten terwijl ze door hun protocollen beschermd zijn tegen het andere dataverkeer. Hier kunnen ook modewoorden worden vermeld als ‘Internet Of Things’, ‘Industry 4.0’ en ‘M2M’ – dit zijn eigenlijk speciaal beveiligde, afgeschermde mobiele en vaste dataverbindingen.
Deze dataverbindingen maken tweerichtingscommunicatie tussen de individuele systemen en de virtuele energiecentrale mogelijk. Zo worden niet enkel besturingsopdrachten uitgewisseld, maar kunnen ook in real-time ononderbroken nuttige gegevens vergaard worden over de benuttingsgraad van de aangesloten systemen en het gevolg hiervan voor de totale virtuele energiecentrale. De verzamelde gegevens met betrekking tot de geproduceerde wind- en zonne-energie, maar ook het energieverbruik en -opslag, dienen als basis voor nauwkeurige prognoses om bijvoorbeeld de energieprijzen in te schatten of om de benuttingsgraad van de regelbare centrales te bepalen. De gegevens worden voornamelijk autonoom geanalyseerd en verwerkt met behulp van de software van de virtuele energiecentrale. Bovendien voert de software belangrijke taken uit bij het inleiden en uitvoeren van handelstransacties op de elektriciteitsbeurs.
Reservevermogen uit virtuele energiecentrales
Afstelbare systemen voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, zoals biogas- of waterkrachtcentrales, maar ook blokverwarmingsinstallaties (micro-WKK's) en noodstroomcentrales hebben een bijzondere functie: ze kunnen niet alleen hun elektriciteitsproductie verminderen of onderbreken bij een overaanbod aan energie (negatief regelvermogen), maar kunnen ook extra elektriciteit leveren aan het net indien er een energietekort is (positief regelvermogen).
Om reservevermogen te kunnen leveren, moet een energiecentrale minstens één megawatt (vroeger vijf megawatt) kunnen opwekken. Om dit vermogen te bereiken kan een energiecentrale samenwerken met andere systemen in een virtuele energiecentrale. Zo kan dit netwerk ook inspelen op een grotere vraag naar reservevermogen van de transmissienetbeheerders, waarbij de inkomsten uit de handel in dat reservevermogen worden verdeeld. Ook verbruikers van stroom kunnen negatief regelvermogen aanbieden: een industriële onderneming welke deel uitmaakt van de virtuele energiecentrale kan bijvoorbeeld de opdracht krijgen om haar productie te vermeerderen en overtollige elektriciteit van het net af te nemen.
Verbruikers in virtuele energiecentrales
Gegevens die in de virtuele energiecentrale worden verzameld, bieden commerciële en industriële verbruikers de kans om mee te genieten van de prijssignalen op de elektriciteitsmarkt. Dit betekent dat elektriciteit verbruikt kan worden wanneer er een groot aanbod is op de markt en de prijs laag is. Als een productiebedrijf zijn piekverbruik verplaatst naar deze voordelige periodes, kan het tot een derde van zijn elektriciteitskosten besparen.
Een virtuele energiecentrale kan deze optimalisatie zelfs volledig automatisch tot stand brengen: het stuursysteem van de centrale verzendt in dat geval een signaal naar het machinebeheer van het bedrijf, maar dit komt natuurlijk alleen voor als dit binnen het verbruiksproces mogelijk en noodzakelijk is. Hiervoor is een speciale elektriciteitsmeter nodig, die het verbruikte vermogen meet als een installatie een jaarlijks verbruik van 100.000 kWh heeft.
Gezinnen moeten wachten op de invoering van slimme meters
Het verbruik van particuliere huishoudens ligt veel lager. Zij kunnen dus pas in virtuele energiecentrales worden geïntegreerd wanneer overal slimme meters beschikbaar zijn. Hopelijk zullen deze binnenkort alle oude driefasemeters uit de jaren 1920 vervangej. Door het gebruik van verwarming, fornuis, wasmachine, koelkast en warm water op een intelligente manier te optimaliseren aan de hand van de prijsfluctuaties op de elektriciteitsmarkt, zullen ook gezinnen hun stroomverbruik op een kostenefficiënte manier kunnen afstemmen.